top of page

De Bestuurder - Opinie: Hou je (niet) stil, kleine



Als de groten spreken, moeten de kleinen zwijgen. Het was lang een herkenbaar gegeven aan veel familietafels. In het bedrijfsleven is dat nog altijd het geval. Als de meerderheidsaandeelhouders een beslissing nemen, moeten de minderheidsaandeelhouders vaak slikken en accepteren. Nochtans kunnen die kleine aandeelhouders wijzen op kritische pijnpunten in de organisatie. Het wordt tijd dat ze beter worden gehoord.


Het is logisch dat de stem van grote aandeelhouders zwaarder doorweegt in een bedrijf dan die van kleine mede-eigenaars. Hun belangen en risico’s zijn groter. Maar het betekent niet dat minderheidsaandeelhouders monddood gemaakt moeten worden.


Wie betaalt bepaalt. Dat uitgangsprincipe heeft ook decennialang goed gewerkt in ons vennootschapsrecht. Zeker toen vennootschappen werden gevormd rond mensen en families die mekaar goed kenden omdat ze vaak afkomstig waren uit hetzelfde dorp of regio. En mocht er toch ruis op de relatie tussen de aandeelhouders zitten, dan was er nog altijd de katholieke Kerk om hen op het goede spoor te zetten en ervoor te zorgen dat met ieders mening werd rekening gehouden en iedereen kreeg wat hem toekwam.


De wereld is echter grondig veranderd. Vandaag is de samenstelling van het aandeelhouderschap in veel bedrijven een pak internationaler geworden. Het is zelfs niet meer beperkt tot Europese en Amerikaanse investeerders. We hebben te maken met een intocht van (mede-)eigenaars uit het Midden-Oosten, Azië en Rusland, alsook met traders op wie je moeilijk nog een nationaliteit kan plakken.


De samenstelling van het aandeelhouderschap verandert bovendien veel sneller. De (mede-)eigenaars krijgen dan ook niet meer de tijd om mekaar goed te leren kennen, wat voor vervreemding zorgt. Het paternalisme, dat er vroeger voor zorgde dat kleinere aandeelhouders niet bedot werden, is daardoor sterk verbleekt en dikwijls afwezig.


Als de dokter naar de waarde van de organen kijkt

Grote aandeelhouders rijden nu meer voor eigen rekening.  Een flagrant voorbeeld maakte ik vanop de eerste rij mee. De internationale grondstoffenhandelaar Trafigura verwierf een meerderheidsbelang in de beursgenoteerde zinksmelter Nyrstar. Hij was er ook leverancier, klant en financier. In 2019 nam hij alle operationele activiteiten van het bedrijf over voor een prikje. Zogezegd om Nyrstar te redden want de cijfers van het bedrijf kleurden bloedrood. Als meerderheidsaandeelhouder keurde hij die verkoop aan zichzelf goed. Maar eigenlijk kwam het neer op het wurgen en leegzuigen van het bedrijf om het vervolgens erg goedkoop te kunnen inpikken, ten nadele van de kleine aandeelhouders.


Ik gebruik nu soms een medische metafoor met een patiënt die zonder medische hulp gaat sterven, maar die mits de nodige medische steun zou kunnen overleven. Hij geeft zijn vertrouwen aan een arts die een baxter plaatst. Echter niet om de patiënt te redden, wel om tijd te winnen en te kijken welke organen hij bij een sterven kan doorverkopen. En als er protest komt, dan stelt de arts dat het toch ging om een patiënt die al op sterven lag.


Grote aandeelhouders putten kleine aandeelhouders uit

Als minderheidsaandeelhouders werden we in het overnameproces van Nyrstar niet au sérieux genomen, zelfs niet toen we op tal van flagrante overtredingen van de vennootschapswetging stootten. We stapten noodgedwongen naar de rechtbank. Daar moesten we vaststellen dat de meerderheidsaandeelhouder het zich kon permitteren om zich op alle mogelijke vlakken te laten verdedigen door de grootste en duurste advocatenkantoren. Dat zorgt voor een klimaat – gewild of ongewild – waarin het niet uit te sluiten valt dat rechters extra bang zijn om een ‘ongunstige’ beslissing voor de referentieaandeelhouder te nemen omdat ze tegenover de grootste juridische specialisten staan en ze dan maar voor een ‘veilige uitweg’ opteren.


Kleine aandeelhouders kunnen daar niet tegenop. Grote aandeelhouders met diepe zakken kunnen hun medeaandeelhouders immers voor de rechtbank financieel uitputten. Er is al lang geen sprake meer van een gelijk speelveld. Een nieuwe vorm van klassenjustitie zo u wil, actief ondersteund door een selecte groep van topadvocaten uit eigen land die ondertussen vrolijk langs de kassa passeren ten koste – en zelfs in bepaalde gevallen op kosten – van de minder kapitaalkrachtige minderheidsaandeelhouders.


Referentieaandeelhouders hebben ook de neiging om zich in te dekken met dikke rapporten van advieskantoren met consultants en financiële en juridische experten. Zij mogen weliswaar niet meewerken aan het opzetten van betwistbare constructies, maar in hun disclaimers stellen ze dat hun conclusies gebaseerd zijn op informatie van het management en dat ze derhalve elke verdere verantwoordelijkheid afwijzen. Door dergelijke disclaimers als oogkleppen te gebruiken ondergraven ze in hoge mate echter de fundamentele reden waarom er op hen beroep wordt gedaan, met name het leveren van een werkelijk onafhankelijk advies om derden toe te laten zich ervan te vergewissen dat de referentieaandeelhouder(s) en het door hen aangestelde management zich correct van hun taak hebben gekweten.


Ten slotte mag ook wat meer aandacht worden gegeven aan een bijhorende praktijk. Dezelfde advocaten(kantoren) die de betwiste constructies op juridisch vlak hebben uitgedacht en opgezet nemen nadien ook de verdediging van de referentieaandeelhouder en het management op zich en dus ook van de door henzelf bedachte constructies. Daarbij beroepen ze zich luidkeels op het recht van verdediging van hun cliënt. In werkelijkheid rijst er een torenhoog belangenconflict in hoofde van deze adviseurs.

Toch lijkt er nu iets te bewegen in het Nyrstar-dossier. Na jarenlang negeren van de klachten van de minderheidsaandeelhouders en na een eerdere seponering startte het Antwerpse parket recentelijk een nieuw opsporingsonderzoek naar mogelijke marktmanipulatie bij de overname van de activiteiten van Nyrstar door Trafigura nadat de FSMA een onderzoek naar mogelijke malversaties had doorverwezen naar haar Sanctiecommissie en naar het parket wegens vastgestelde ernstige aanwijzingen van marktmisleiding en -manipulatie.


Breid mandaat FSMA uit

Daarom pleit ik ervoor dat kleine aandeelhouders – en dat betekent niet noodzakelijk aandeelhouders met beperkte financiële middelen, ook grote investeerders kunnen een beperkte positie in een bedrijf aanhouden – ergens terecht zouden moeten kunnen om beslissingen van meerderheidsaandeelhouders aan te klagen als die niet in het algemeen belang van de onderneming zijn. Daarbij zou die instantie sneller inzage moeten kunnen krijgen in de bedrijfsdocumenten en vlugger moeten kunnen overgaan tot het aanstellen van een bijzonder commissaris.


Dit alles zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren door het mandaat van een toezichthouder als de FSMA uit te breiden zodat die sneller, effectiever en efficiënter kan optreden.

Eigenlijk had het opsporingsonderzoek bij Nystar twee jaar geleden of zelfs voor de gedwongen reorganisatie al kunnen plaatsvinden indien er een aangepast kader was voor de klachten van minderheidsaandeelhouders.  Dan was het bedrijf misschien nog steeds een Belgische multinational. Nu is het beslissingscentrum over een industriële activiteit uit ons land verdwenen, wat een algemene verarming van het economische weefsel inhoudt. Op het moment dat toegang tot grondstoffen als een van de kritische componenten van een bedrijfsbeheer wordt gezien en in de wetenschap dat zinkmetaal, waarvan Nyrstar de tweede grootste producent is ter wereld, een essentiële rol speelt in de op handen zijnde energietransitie is dat geen voetnoot waar men achteloos aan voorbij kan gaan.


Benoem vertegenwoordiger van kleine aandeelhouders

Maar ook ondernemingen kunnen zelf iets doen als ze ervan overtuigd zijn dat goed bestuur inhoudt dat de belangen van alle aandeelhouders op gelijke voet behandeld moeten worden. Ze kunnen bijvoorbeeld iemand namens de minderheidsaandeelhouders aanstellen, die inzage krijgt in de bedrijfsdocumentatie. Of die mee aanwezig is op de raad van bestuur of in de comités. Of die aan de bel kan trekken als hij vindt dat er belangen flagrant worden geschaad.


Het wordt tijd dat ook naar die kleine (aandeelhouders) wordt geluisterd. Aan tafel komt de waarheid niet zelden uit een kindermond, ook al horen de ouderen die niet altijd even graag. Bij aandeelhouders geldt hetzelfde. Ook hier leggen minderheidsaandeelhouders de vinger vaak op de wonde. Zij kijken soms meer naar het algemeen belang van de vennootschap dan referentieaandeelhouders.


Kris Vansanten is oprichter en managing partner van de Quanteus Group. Hij studeerde burgerlijk ingenieur, economie en is houder van een MBA aan de University of Chicago. Vansanten kwam onder meer in de pers als vertegenwoordiger van de minderheidsaandeelhouders van zinkgroep Nyrstar NV. Hij omarmt de beweging die pleit voor een verantwoord kapitalisme.

 

Comments


bottom of page